Lead:
Weliswaar somber begonnen
aan de zeventien kilometer lange tocht, maar de groep van negen personen gaf
geen blijk van opgeven. Het restaurant bij de start en het sportcafé bij de
finish dienden daarvoor als tussenstops.
Verhaal:
Dat het flink drupte bij
het treinstation naast het dorpscentrum gaf het humeur niet echte een boost. Ondanks
dat we allen een goede jas droegen en luxe rugzakken met proviand, kon een
restaurant op straathoogte niet ontbreken. De mededeling van Francisco dat het
restaurant zich tegenover het station bevond stemde de gemoederen voorlopig
gerust. De regen maakte plaats voor huiselijke gezelligheid met een warme
appelgebak met slagroom en een tweede gebakje zonder slagroom, dat ook voor een
tweede persoon bestemd was. Nico was hij en het gebakje liet hij snel in zijn
mond gaan.
Dat zal je altijd horen
vragen door de aanwezige serveerster: "En wilt u gebak zonder of met slagroom?"
Het antwoord was bij Nico nogal wisselend afhankelijk van zijn humeur. Dit maal
koos Nico met slagroom dat rijkelijk was verdeeld over de warme substantie uit
de oven. Smaken deed het wel, de slagroom was eerder op dan het appelgebak dat
makkelijk te prakken was met het glinsterende gebaksvorkje.
Toen de regen leek te zijn
verdwenen buiten het restaurant, liepen we de straat omhoog en daarmee het dorp
uit. Buiten het dorp was er volop bos op de zuidelijke heuvelrug die hier zijn
rechterstaart van de heuvelrug in het landschap naar beneden had uitgestoken. Bij
het dalen aan de voet ervan kon je ver uitkijken over de weilanden, waarbij
glooiingen in het landschap niet konden ontbreken. Dit had ik wel vaker gezien,
maar buiten het verlate dorp was het uitzicht weer anders dan je zou doen vermoeden.
"De lunch was op een
heuveltop met uitzicht op de gelijkgebouwde woonflats en hoge kantorenkolossen
die misschien dicht tegen de snelweg lagen."
Van tevoren had ik in het
huiselijke restaurant al geopperd op een grandioos uitzicht en nu was iedereen
het met mij eens. Ik tuurde nog eens goed in de verte, en zag boven het groen
van bomen ook een object uitsteken wat weleens een mast zou kunnen zijn. In het
restaurant wist ik hier natuurlijk niks van, maar masten heb je in alle soorten
en maten. Bij dit uitzicht leek het erg op een hoogspanningsmast wat alleen
duidelijk zou worden met een verrekijker die helaas niemand bij zich had. En ik
kende niemand die zijn ogen kon verscherpen zonder een wonder te verrichten.
De weilanden waren af en
toe zeer modderig geweest met hier en daar glimpen, in de vorm van witte en
bruinen huizen van het dorp met het restaurant die we via het noorden achter
ons lieten. De witte villa met een ruim uitziende carport en een afzonderlijke
garage dat wel leek op een boerenschuur voor koeien. Wat er achter de deuren
bevond waren mogelijk zeer snelle racemonsters, wat door de kleine heuvel niet
zichtbaar was. De bewoners waren duidelijk thuis, want het gele licht van felle
lampen aan het plafond schenen door de immens grote ramen naar onze ogen. De
bewoners hadden natuurlijk niet op onze komst gerekend, want dat we al waren
voorzien van drank en een eigen voedselpakketje konden zij niet weten, maar wel
vermoeden.
De bewoners waren niet in voor onverwacht bezoek, want de honden stonden in de door hekken afgesloten tuin met dure tegels luid te blaffen. Hun zwarte vacht kon duidelijk tegen de kou en hun geblaf werd er niet minder door. We besteedden er voldoende aandacht aan maar toen we de straat in bebouwde deel van het dorp hadden bereikt, was de witte villa zichtbaar zonder honden en met een Porsche met de voorzijde naar het voorportaal van de ingang geparkeerd. Bij het naar buiten gaan hadden de bewoners vier stappen nodig om van de voordeur bij de auto te komen. En dan nog moesten ze eerst het hele erf af rijden en door het elektronische hek, waarschijnlijk met pincode en allerlei piepgeluiden. Een duur grapje voor de rijken maar Nico was niet rijk geboren, dus kwam het niet alledaags voor. Na de dure Porsche aanschouwd te hebben ging onze aandacht naar het einde van deze bebouwde straat met aan weerszijden knalgroene beuken keurig opgesteld.
De bewoners waren niet in voor onverwacht bezoek, want de honden stonden in de door hekken afgesloten tuin met dure tegels luid te blaffen. Hun zwarte vacht kon duidelijk tegen de kou en hun geblaf werd er niet minder door. We besteedden er voldoende aandacht aan maar toen we de straat in bebouwde deel van het dorp hadden bereikt, was de witte villa zichtbaar zonder honden en met een Porsche met de voorzijde naar het voorportaal van de ingang geparkeerd. Bij het naar buiten gaan hadden de bewoners vier stappen nodig om van de voordeur bij de auto te komen. En dan nog moesten ze eerst het hele erf af rijden en door het elektronische hek, waarschijnlijk met pincode en allerlei piepgeluiden. Een duur grapje voor de rijken maar Nico was niet rijk geboren, dus kwam het niet alledaags voor. Na de dure Porsche aanschouwd te hebben ging onze aandacht naar het einde van deze bebouwde straat met aan weerszijden knalgroene beuken keurig opgesteld.
Aan de andere zijde van de
drukke rijksweg die de heuvelrug verder afging zagen we mensen die met een
andere sport bezig waren: hardlopen. De startlijn was een stukje verderop gezet
met rood-witte linten gespannen aan de natte boomstammen die we op advies van
Ferdinand langzaam naderde. De wachtende menigte stond er slordig bij met hun
sportschoentjes en regenbeschermende shirts en broeken, duidelijk dat hele
lichaamsdelen niet zichtbaar waren. Alleen de halfafgezweette gezichten
verraadde de hardlopers. Een andere manier van bewegen met de benen liepen we
langs. De bel die geklonken had naast de startplaats was niet meer te horen
toen we er langs liepen en de deelnemers al ver vooruit waren. Het bos zag er
nat en verwaarloosd uit van de regen en zijn groene en bruine kleuren. De
rood-witte linten die we eerder bij de start hadden zien hangen waren ook hier
afgebakend om aan te geven dat de hardlopers een ander kant op moesten. De
grens van het parcours werd op deze manier dus duidelijk, wat je ook wel ziet
bij afzettingen van moordplaatsen. We hadden genoeg van de grens en liepen er
asociaal onderdoor met de arm het lint naar bovenduwend.
Terwijl de hardlopers als
een aantal kilometers weg waren gingen we naar het noorden om dit bos dat
behoorde bij de heuvelrug verder te verkennen met ons gezond verstand. Dat
bleek niet al te moeilijk want Ferdinand gaf het tempo aan en we liepen met z'n
tweeën naast elkaar zodat je behalve te praten ook kon letten op hem. Je kon
als je met z'n tweeën was, je buurman/vrouw aanstootte om de juiste
looprichting aan te geven mocht het verkeerd gaan.
Ondanks dat de heuveltop
behalve uitzicht ook als stop voor de lunch was verbaasde niemand. Het vreemde
object werd niet geraden en bleef onduidelijk hoog in de verte uitsteken, maar
ging weg als je je blik naar het dorpsgezicht keerde. Later was nog gesproken dat
Ede zichtbaar was geweest naast de mast, maar dat was een gerucht dat niemand
bevestigde, dus was het geen waarheid. Waar we nu stonden was een flauw heuveltje
waar helemaal geen sprake was van uitzicht door de hoge dennenbomen en achter
ons de gekapte exemplaren die al ruimschoots waren afgevoerd door de
natuurorganisatie. Dit bos bij Amerongen had veel weg van het bos met de groene
en bruine kleuren, maar bevatte toch meer lichtbruin zand dat in de verte al
zichtbaar was. Ik keek nog een keer achter mij om de leegte van de gekapte
dennenbomen voor de laatste maal in mij op te nemen. Het beviel mijn niet.
We gingen richting het
lichtbruine zand waardoor ik het aantal bomen niet meer af kon tellen, want er waren er geen
meer. Ik stapte flink door en kwam naast Ferdinand te lopen die op zijn GPS
keek naar de aanwezige lijnen van paden en wegen, die meteen een indruk gaven
van de omgeving waar we liepen. Even tevoren op de flauwe berg had Ferdinand
het woord genomen:
"We hebben nu het
grootste gedeelte erop zitten, alleen de Elsterberg overheen en dan zijn we
dicht bij de rails waar het station zich langs bevind, ik schat nog vier
kilometer tot bij het sportcafé met zijn gezelligheid."
Iedereen had ingestemd,
want alleen Ferdinand had deze wandeling al eens eerder gelopen met dezelfde
wandelschoen wat hij had benadrukt. Maar nu keek hij nog steeds op de GPS die
stevig in zijn hand zat. Het wiebelen van het lopen, maakte dat de GPS af en
toe een tikje kreeg maar het bleef in zijn hand. Achter ons liep de groep twee
aan twee verder tot we de enorme zandbak naderde. Honderden mensen hadden hun
voetstappen gezet wat verwarrend was om te zien, maar het gaf gelijk een indruk
hoe vaak dit bos bij Amerongen werd bewandeld. Mogelijk dat er ook
hondenafdrukken tussen zaten, want dat waren de meest geziene beesten die wel
of niet aan de lijn mochten. Bijna verdwaald maar toch net niet deed Ferdinand
een poging om zich te corrigeren waar hij fout was gelopen. De zandbak werd aan
de rechterzijde gepasseerd, waar twee minuten geleden nog links was geweest.
Twee kleine heuveltjes op en af met mogelijke bomen waar sinaasappelen aan
konden groeien, al is dat niet mogelijk in dit bos bij Amerongen. Het rechte
bospad dat hierna kwam was veelal bezaaid met beukennoten uit het bladerdek dat
het pad donker maakte. De zon was nergens te bekennen evenals de bladeren die
ontbraken omdat het winter was.
Na gehannes door modder heen stond er half in het midden van het bospad een zwarte Mercedes zonder hoorbare motor geparkeerd. Het was duidelijk dat de bestuurder zich waarschijnlijk autorit. Ik vroeg mij tegelijk of hij/zij wel verstand van parkeren had, want er was verder ook geen andere parkeermogelijkheid zichtbaar. Nog net ging ik langs het rechterachterlicht voorbij de metaallak die van dichtbij erg donkerblauw zag. De wagen was nog net niet geblindeerd van de ramen, waar je doorheen net de bekleding van de zitplaatsen kon zien. Voorbij de Mercedes liep het wandelpad nog 200 meter, toen ik links van mij bungalows zowat opgepropt zag staan in een straat dat parallel liep aan het wandelpad. Gek genoeg had deze straat geen naam, maar bezat de straatnaam waar ook het wandelpad eindigde. Alleen was de naam van het Groene Park leesbaar dat duidelijk langs de naamloze straat stond opgesteld en je alleen zag als je de inrit binnen reed.
Na gehannes door modder heen stond er half in het midden van het bospad een zwarte Mercedes zonder hoorbare motor geparkeerd. Het was duidelijk dat de bestuurder zich waarschijnlijk autorit. Ik vroeg mij tegelijk of hij/zij wel verstand van parkeren had, want er was verder ook geen andere parkeermogelijkheid zichtbaar. Nog net ging ik langs het rechterachterlicht voorbij de metaallak die van dichtbij erg donkerblauw zag. De wagen was nog net niet geblindeerd van de ramen, waar je doorheen net de bekleding van de zitplaatsen kon zien. Voorbij de Mercedes liep het wandelpad nog 200 meter, toen ik links van mij bungalows zowat opgepropt zag staan in een straat dat parallel liep aan het wandelpad. Gek genoeg had deze straat geen naam, maar bezat de straatnaam waar ook het wandelpad eindigde. Alleen was de naam van het Groene Park leesbaar dat duidelijk langs de naamloze straat stond opgesteld en je alleen zag als je de inrit binnen reed.
In de verte zagen we al
het staal van de rails en even tevoren ook een trein die met gepaste snelheid
ons eindstation zou bereiken. Niet dat wij het niet zouden vinden, maar opdrachten
als het dalen naast een dijkje dat parallel liep aan de spoorbaan en een blokje
om langs witte koopwoningen was nog te overzien. In het sportcafé was dan ook
een voetbalwedstrijd te volgen, die tijdens ons laatste drankje over zou gaan
in een ander voetbalveld. De herhaling van gisteravond was opeens niet
belangrijk meer, want de voetballers hadden andere sponsershirts aan die ook
weer per team een gepaste kleur hadden. Proostend met acht bier plus een warme chocomel
was dit onze zege van deze Heuvelrugtocht!