Verhaalidee: niet over de
brug durven= bang. Eerst iemand anders laten gaan dan zelf gaan= bangelijkheid.
Blijdschap vieren, een cadeautje erbij= blijdschap. De brug overwonnen, nieuwe
kansen= blijdschap. Erover praten om mee te doen aan wedstrijd via tv= uitziend
naar. Uiteindelijk flink verliezen in race om snel het water in te rijden=
spannend en bedroefdheid. Troostprijs op winnaarsblok=blijdschap.
Lead:
Als je een wedstrijd wilt
winnen zul je ervoor moeten vechten om bij de beste te horen. Dat de eerste
stappen lastig zijn is niet zo vreemd, maar wel om uiteindelijk toch op het
podium te staan en aangejuicht te worden. Dat is de prijs voor het bouwen van
wat lijkt op een kar met wielen.
Verhaal:
Al scheurend ging de groep
bestaande uit vier opgewekte dertigers op weg naar het voormalig Nederlandse
plaatsje dat vroeger bij Duitsland hoorde. Het vertrek was vluchtig geweest
aangezien ze allemaal te laat op het afgesproken punt waren gekomen, ditmaal
bij de benzinepomp. Het vertrek van de benzinepomp betekende het geluid van de
gloednieuwe scooters laten klinken als vier harde scheten in de kille
buitenlucht. Nu stonden ze zenuwachtig voor het stoplicht naar de oprit van de
rivierbrug. Een groepje jonge fietsers kwamen nogal zwengelend de brug af. Toen
het stoplicht op groen sprong staken ze al scheurend het kruispunt over en reden
niet linksaf naar de rivierbrug, maar rechtsaf naar de brug toe. Nogal snel
bereikte ze het industrieterrein met maar een grote fabriek in de vorm van een
gele blokkendoos met uitlaatpijp. De zwarte rookwolken kwamen uit de
uitlaatpijp gekropen als bij het stoken van een kampvuur in de open lucht. De
oudste van de groep van vier die Nico heette keek met spanning naar de zwarte rookwolken,
want hij wilde maar al te graag de lange brug over met zijn scooter. Hij voelde
zijn angst naar zijn keel grijpen en drukte per ongeluk zijn gaspedaal iets te
hard in. Hij schoot iets sneller vooruit dan normaal, maar kon net op tijd weer
terug accelereren om zijn fout te herstellen. Even slaakte hij een diepe zucht
en herinnerde dat zijn drie vrienden op de andere scooters wisten van zijn
angst van bruggen. Dat had hij ze ook verteld, maar nu kwam het moment van de
waarheid. Van de spanning zuchtte hij diep en trapte zijn gaspedaal opnieuw in.
Zeker twee van zijn vrienden vertikten het ook maar even om te kijken of Nico
er al aan kwam.
Langs de snelweg was Nico
beland met de denderende vrachtwagens die langs de vangrails voorbij denderde. Vlak
voor de brugoprit remde Nico opeens af en keek angstig naar het grijsgrauwe
asfalt op het fietspad. Zijn vrienden waren boven de rivier als kleine
poppetjes te zien, al wapperend met hun winterse kleding en de valhelm over hun
hoofd. Alleen Rens reed achter hem en zag het afremmen gebeuren, naast de
altijd voortrazende voertuigen. Rens begon zelf af te remmen tot hij naast Nico
stond en keek hem even onbegrepen aan. Dit was het moment van de waarheid
waarbij het parcours voor de overwinning gereden moest worden. Nico wilde
rechtsomkeert maken, maar Rens reed stapvoets door en had het eerste stukje van
de brugreling bereikt. Ik sluit mijn ogen dacht Nico, ik kan nu niet meer terug,
en even kreeg hij een spastische trek in zijn been. Hij trapte zenuwachtig zijn
gaspedaal diep in, een eerste stap zettend om een brug over te steken.
Hij keek Rens recht aan zoals
hij zat op het zwarte zadel. Het grote achterlicht van de scooter was mooi rood
van kleur, ook al was het daglicht genoeg om de scooter te onderscheiden. Voordat
hij de tweede stap bereikte kwam de spanning terug en dat de rivier steeds
dichterbij. Bovenaan de brug raasde de voertuigen al bijna naar beneden in
beide rijrichtingen wat Nico nu even niet interesseerde. De tweede stap was
bereikt met het hoogste punt en een beter uitzicht op de stad, met al die gebouwen
en weilanden. De derde stap was de brug afrijden, wat mogelijk was ondanks de
sterke zijwind van links. Rens had de overzijde van de brug al bereikt, wat Nico
ook wilde terwijl hij met moeite zijn scooter in bedwang hield. Stap vier
betekende in dit overwinningsproces zijn vriend volgen, zonder naar de rivier
beneden te turen. Hij knipperde even met zijn wimpers en klemde moeizaam zijn
tanden stevig op elkaar. Zonder nadenken ging het naar zijn vrienden wat hem
een soort bons in zijn maag bezorgde. Het stadsdeel aan deze zijde was bebouwd
met huizen, kantoren en het grijze complex. Stap vier was bijna in zicht toen
de wind hem terug wilde draaien, naar de brugreling toe, toen langs de
vangrails een witte bestelbus erg hard voorbij kwam. Het geluid van de
vangrails raken was niet te horen maar wel de nog altijd aantrekkende zijwind. De
wielen van zijn scooter rolden langzaam vooruit, terwijl zijn vrienden steeds
dichterbij kwamen. Toen hij weer vooruit keek naar de zijde vanwaar het grijze
complex stond zag hij Rens terugrijden van zijn stop bij de ander twee vrienden.
Hij bedacht zich geen meer moment en reed recht op hem af. Rens zag Nico aan
komen en ging vol in de rem om niet een botsing te veroorzaken. Hij slaakte een
diepe zucht en vloekte binnensmonds om zijn irritatie aan te geven. Dat
scheelde niet veel dacht hij. Nico ging zo stap vier tegemoet en daarmee naar
de overwinning. Het bezorgde hem een gevoel van ironie.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Onderaan de brug waren de
andere twee vrienden druk met elkaar in gesprek terwijl de scooters geen geluid
meer produceerde. Nico en Rens voegden zich bij Cor en Rens die stopte met
kletsen en elkaar opgewekt aankeken in de zijwind. Toen ze allen de overwinning
van zijn ergste angst hadden besproken, besloten ze hem een cadeautje te geven
ten teken van vriendschap. Niet in de vorm van een rond of vierkant pakketje met
cadeaupapier maar een lekker ijsje, wat eigenlijk niet kon met een temperatuur
van acht graden in maart. Maar het Nederlandse plaatsje was niet ver meer, wat
met de scooter in korte tijd in het oude centrum te geraken.
Na een kwartier reden ze
door de geplaveide winkelstraat en kwamen langs de bekende winkelketens van
Nederland. Vlak naast het Amsterdamse warenhuis stopte Rens die voorop reed en
vestigde zijn aandacht op het schoongeboende winkelraam, waarachter zich beeldapparatuur
liet zien. Hij maande de ander vrienden tot stoppen door zijn linkerhand om
hoog te steken en tegelijk zijn motor uit te zetten. Zijn vrienden kwamen allen
voor het winkelraam staan en keken recht in het tv-beeld van het plasmascherm voor
hun neus. De netuitziende jongedame van net in de dertig sprak door een kleine
microfoon tegen het publiek dat onzichtbaar was. Het beeld van de vrouw
veranderde in een soort van boot met wielen die op een hoog podium was
geplaatst. Het zag eruit als een soort van zeepkist die je wel ziet in een
spektakel als "ter land ter zee en in de lucht" en wat tot verder
kijken uitnodigde. Ze volgde allen het verdere verloop van de tv-show die in de
tv-studio werd uitgezonden. Na een kwartier blindstaren waren ze er allen van
overtuigd dat zoiets van een zeepkist in elkaar knutselen, en daarmee
inschrijven voor een wedstrijd mogelijk moest zijn. Alleen moest het wel
volgens een plan verlopen, waarover uitgebreid werd gepraat in het bijzijn van
de ronkende scooters. Het lekkere ijsje dat kort daarvoor was besproken was
verdwenen, en er werd uitgezien naar een kans om jezelf te bewijzen voor een
tweede overwinning. Om het plan verder uit te werken was de straat in het Nederlandse
plaatsje geen ideale locatie.
De huurwoning van Nico was
klein gebouwd voor een persoon, maar gezellig genoeg met zijn drie vrienden die
om de ronde tafel zaten. Het gesprek over de zeepkist-race kreeg vorm toen Rens
besloot het vervoer van de materialen van hout en wielen te verzorgen, terwijl
Cor het initiatief nam om de administratieve kant van bedragen en aantallen te
regelen. Nico hielp Lodewijk dan mee met het opbouwen van de houten zeepkist
waarbij de wielen als laatste attribuut gemonteerd zouden worden. Dit omdat de
wielen voor het voortbewegen naar het ijskoude water zorgden. Om dan maar te
zinken onder het gewicht van het gevaarte. De achtertuin van Nico zou de plaats
van opbouwen worden, met het grasveld dat allang geleden plat was getrapt en
slechtuitziend met zwarte plekken, maar ideaal voor opbouw van een dergelijk
gevaarte op vier wielen te doen verrijzen.
De zeepkist met zijn
kenmerkende bruine wielen eronder, stond klaar achter de schermen voor het
spektakel op en langs de rivier. Koud was het water wel, want hartje winter en
veel wind maakte het eigenlijk onmogelijk om te gaan zwemmen. Maar voor deze
dag was TV Gelderland gekomen en moest het per se doorgaan, want het afblazen
betekende een verlies van tv-rechten voor de zender. Nico en zijn vrienden
stonden zenuwachtig langs het opgezette podium dat bevolkt werd door allerlei
zeepkisten, de een nog rijker versierd dan de ander, en in de rij om het
ijskoude water in te plonsen en te drijven naar de overzijde. Weken van voorbereiding
en het opbouwen in Nico's achtertuin hadden er toe geleidt dat dit het moment
was om te bewijzen dat deze onderneming het waard was om als beste uit de bus
te komen. Niet dat de snelste tijd de uitslag geven, maar wel de constructie
van de zeepkist waarmee het drassige grasland bereikt zou worden. De houten
constructie en harde opgepompte banden als onder een bolderkar, moest het
mogelijk maken om het ijskoude water binnen twee minuten te bereiken vanaf het
metershoge podium dat iedereen kon zien tijdens het spektakel. Dat het winterse
weer een dobber betekende voor het spektakel, had niemand baat bij.
De vrouwelijke spreekster
had de microfoon vast en keek recht in de tv-camera van TV-Gelderland, en werd
daarbij omringd door een opgezette muur van sponsoren aan winkels en supermarkten
uit de regio. Ze sprak over het weer en hoe de tv-zender het podium had
opgebouwd, maar besefte ook dat de twee minuten om waren. Wat sip keek ze om
zich heen naar de rivier, na het praten tegen de lens dat vermoeiend was
gebleken. Haar volgende praatje voor de lens zou pas bij de witte blokken aan
het andere eind van het podium zijn.
Nico en zijn vrienden
wachtte ondertussen op het startmoment van de eerste zeepkist, dat met vier man
erin naar beneden zou denderen regelrecht op het water af. Hij was als zevende
uitgeloot om van start te gaan en aangezien er een kwartier tussen de andere zeepkisten
zat was er iets meer als anderhalfuur om te trappelen van de kou naast de
houten kist. Nico beet op zijn laatste reep muesli en keek ongeduldig zijn
vrienden aan die allen een andere kant van de omgeving afspeurde om de tijd te
doden voor het afrijden van het podium. Het was tenslotte een spektakel wat je
later nog kon terugkijken met uitzending gemist via internet, maar wat nu
letterlijk plaats vond.
Na anderhalfuur bevonden
ze zich om de zeepkist om het laatste duwtje te geven, met Nico achter het stuur.
Dit zat stevig vast tegen de houten voorzijden van de kist. Na de derde tel en
het hardhorende schot in de lucht duwde zijn vrienden Nico van het hoge podium
af, alleen Rens sprong in de zeepkist achter Nico de rivier tegemoet. Cor en
Lodewijk bleven gespannen staan en klapte ongeduldig in hun handen. De zeepkist
ging als een wielrenner op een racefiets de rivier in. Met een plons van
jewelste bereikte de zeepkust het ijskoude water en zwaaide daarmee Rens en
Nico in de lucht als een vuurpijl die wordt afgeschoten tijdens de
jaarwisseling. Van de klap bekomen in het ijskoude water proestte ze beiden het
water weg uit hun keel. Geen reddingsbrigade betekende zelf zwemmen, en dat was
wat ze beiden zo snel mogelijk deden. Nico zwom gehinderd door rillingen over
zijn lichaam naar het opgezette podium, om maar niet een zware verkoudheid op
te lopen bij gebrek aan dikke kleding. Hij drukte zijn twee handen op het
stalen rood van het podium ten teken dat hij uit het water wilde. Hoewel hij
het stukje zwemmen tot aan de kant had overbrugd, kwam Rens achter hem de
helpende hand bieden. Met een hand kon Nico zijn hele lichaam ophijsen en met
zijn linkerknie stevig op de kant klimmen. Hij gaf een bedankje aan Rens die
sterker was en in een beweging naast hem stond.
De omroepster schelde nog
luid door de luidsprekers die her en der aanwezig waren en onderdeel vormde van
het spektakel. Nat en vol van ijver stapte Nico en Rens naar Cor en Lodewijk die
zich in een straatje bevonden uit het zicht van de zeepkisten. Nico zag
duidelijk Cor en Lodewijk die nog net niet stonden huilen van blijdschap. Hij
voelde zich treurig en keek sip omdat hij de overkant niet gehaald had. De
voldoening was verdwenen en had
plaatsgemaakt voor verdriet en geen kans om iets te bereiken. Dit gegeven was
als een feit geworden.
Ondertussen was er luid
gejuich te horen van de andere kandidaten die allen met hun zeepkist in het
water waren geraakt. Deze werden dan met een medaille gehuldigd en kregen een
dikke zoen van de omroepster van TV-Gelderland. Tenminste dat was wat Nico en
zijn vrienden gedacht hadden, want ondanks dat alle zeepkisten te water waren
geraakt, was het afwachten hoe de show verder zou verlopen. Er was een half uur
verstreken, nadat Nico en Rens uit het ijskoude water waren geklommen. Het
gevoel in armen en benen had Nico inmiddels weer terug en keek gefascineerd toe
hoe Rens zijn vertrouwde bergschoenen weer aantrok. Zonder bergschoenen je weg
vervolgen was er voor hem ook niet bij.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dialoog van omroepster,
Nico, Rens, Lodewijk en Cor.
Spanning naar het
winnaarsblok.
Nico liep direct op zijn
twee vrienden Cor en Lodewijk af. "Ik voel me zo rot, ik zou graag nog een
keer naar beneden willen denderen." Cor keek hem even aan en antwoordde
"ja, ja, we hebben onze energie en zaligheid gegeven om jou te helpen, dat
is toch wel een feit", en legde een arm om de schouder van zijn doorweekte
vriend. Nico schaamde zich en keek voor een moment naar de grond. Hij wist dat
er een keerzijde zat aan het succes en moest dat nu onder ogen zien. Zijn
doorweekte pak begon hem te irriteren en hij wilde zich omkleden. Bovendien was
de zeepkist achtergelaten in het water, waar hij eigenlijk meteen op terug
wilde naar huis. Lodewijk gaf zijn rechterhand aan Rens om hem te feliciteren,
maar deze keek met een gespannen blik naar Nico. De vrouwelijke omroepster
klonk nog steeds duidelijk door het publiek, zodat de vier vrienden even stopte
met hun gesprek. Het woord "winnaars" was duidelijk een nagalm uit de
luidsprekers, dat het publiek op scherp zette. Nico had zijn linkerhand
teruggetrokken van die van Lodewijk en keek in de verte naar de vrouwelijke
omroepster die uitgebreid aan praten en kijken was naar het publiek. "Ik
wil eigenlijk niet te lang meer blijven" begon Nico, "ik heb toch
verloren van al die andere deelnemers." De drie vrienden om Nico heen
keken hem niet begrijpend maar indringend aan. "Ik vind dat we het hele
spektakel moeten volgen, want hiervoor hebben veel houten planken moeten zagen
en vastmaken." Cor zei het zeer nadrukkelijk en Lodewijk knikte mee. "Die
twee figuren zijn blijkbaar al aan de beurt, dus misschien is niet alles voor
niets geweest" zei Lodewijk al kijkend naar zijn rechterzijde. Ze keken
allen in dezelfde richting en Rens bevestigde met "ja, dat zal best maar
toch vind ik het beter te proberen wat dichterbij te komen." Hij duwde
plots met zijn hand tegen de rug van Nico, zodat deze licht aanraking voelde
bij het vooruit stappen. Lodewijk keek schaapachtig en liep al een paar passen
voor Rens en Nico uit, naar de twee figuren in de verte. "Laten we niet te
lang in dit straatje blijven en zo snel als kan de plaats van de omroepster bereiken."
Cor benadrukte dit al schreeuwend door achter Lodewijk door de vele
mensenmassa' s heen te komen. "Oké", zei Rens en duwde Nico
ondertussen meerdere malen tegen zijn rug, zodat deze vanzelf de eerste
mensenmenigte bereikte.
Daar klonk de zachtaardige
stem van de omroepster door de luidsprekers, die het na het benoemen van de winnaars
van de zeepkisten, ook had over een ander onderdeel van de ceremonie. Nico hoopte
met smart dat hij ook genoemd zou worden. De verschillende tijden van de
zeepkisten telden zeker mee. Hij hoopte zijn voor- en achternaam te horen door
de luidsprekers. Er moesten toch nog een aantal honderden meters worden
afgelegd naar het podium, ondanks dat Rens en Nico nog niet geheel droog waren.
Het ging het met een tempo van rennen naar een wachtende lijnbus. Het gehijg
van de vier vrienden gaf aan dat ze op weg waren naar de twee figuren en de
vrouwelijke omroepster op het podium. Cor en Lodewijk bereikten als eersten de
vrouwelijke omroepster, met Nico en Rens op tien meter afstand achter zich.
Gezien de tijd dat ze zich door de mensenmassa heen hadden gewurmd, waren ze
blij om de twee figuren nog steeds te zien staan. Het luide gejuich van de
menigte voor de twee figuren, was voor Rens nog meer een reden om Nico tot
naast het lege witte blok te duwen.
De deelnemers van de
zeepkistenrace zouden zich ongetwijfeld ergens tussen de menigte bevinden,
behalve dat er al twee figuren op de witte blokken stonden. Met opgestoken
armen in de lucht, en halfdronken van het ene op het andere been bewogen ze
zich boven het publiek. Het derde blok zag er leeg en verwaarloosd uit en er
leek niemand op te willen staan. Hij probeerde Rens van zich los te maken door
zijn passen te versnellen, wat nauwelijks lukte. Nico kwam dichterbij tot het
punt om er met een been op te kunnen stappen. Rens gaf met een schreeuwende
dreiging aan het witte blok te betreden. Nico kon alleen maar "auw je doet
me pijn" roepen, maar deed wel wat Rens verkondigde.
De omroepster keek plots verschrikt
achterom van haar staanplaats naast het witte blok met nummer twee erop, en zag
nog net dat Rens zijn ene voet van het witte blok met nr. een verwijderde. Ze
keek zenuwachtig van Rens naar Nico en besloot toen de microfoon aan haar mond
te zetten en hoorbaar de onaangekondigde persoon te benoemen. Diep in haar hart
wist ze ook wel dat deze jongeman niet op haar lijstje stond, maar die gedachte
wiste ze weg, aangezien haar baas te lang niks in haar microfoonoortje had
gezegd.
Nico stond ondertussen een
paar seconden op het witte blok en werd meteen door de twee figuren op nr. twee
en nr. drie vastgegrepen die hem zijn beide armen omhoog zwaaide tot boven zijn
hoofd. Nico keek hoog boven de massa mensen uit, zelfs meer dan wat de
omroepster zag. Het daverende applaus barstte los en het leek net een droom dat
hem blijkbaar voor altijd zou bijblijven. De omroepster keek nog met open mond
naar de jongeman die vrolijk zijn linkerhand in de lucht stak. De houten
zeepkist en al die moeite na de brugoverwinning leken naar de achtergrond te
zijn verdwenen. Toch weer een gevoel om met een plan iets te kunnen bereiken
wat eerst onmogelijk leek.
Een vierkant ommetje
Het bosgebied ten
zuidwesten van het Veluwse dorp wordt ook wel Loenense Bos genoemd. Zuidelijker
gelegen vinden we dan het heidegebied dat ook wel met "mark" wordt
aangeduid. Een aantal jaren geleden raakte ik hier op de fiets verdwaald, want
de wegwijzers waren niet te vinden of te zien. Alleen door het witte grindpad
te volgen bereikte ik vervolgens een ander Nationaal Park wat aan dit gebied
grenst. Maar op deze wandeling leek de heide zo uitgestrekt met een praatgrage
tante naast mij. Ze deed mij erg verlangen naar Toscane, want haar reis had er
afgespeeld. Haar stem ratelde het ene voorbeeld na het andere uit over de
grootste plaats en de natuur die ruiger was als in Holland. Ongemerkt dwaalden
mij gedachten af naar de geboekte vakantie in juni, en waarmee ik al wandelend
het moois zou ervaren. De reis leek onvoorstelbaar aantrekkelijk om weg te gaan
naar de zon en daar te lang te blijven. Alleen achterover leunen was onmogelijk
omdat we zouden wandelen, wat mij terugriep naar het heden op de heide waar we
nu doorheen stapte. De praatgrage tante had haar stem afgezwakt, wat mij de
gelegenheid bood de groep voor ons te zien staan naast een infobord waarop een
heleboel tekst stond. "Ik stel voor dat we dat bord niet gaan lezen, maar
onze boterhammen weg gaan werken" was mijn advies aan haar. Naast het
infobord hadden we allen onze rugzak op de grond gezet en de
boterhamtrommeltjes in de hand genomen. Staand je boterhammetjes eten is niet
zo vreemd als je nog een flink aantal kilometers voor de boeg hebt. Paul keek
ongeduldig op zijn kleine schermpje, terwijl hij met zijn rechterhand hand de
eerste boterham uit zijn trommeltje pakte. Zijn gedachten waren op het
schermpje. Even snel kijken of ik de route kan zien zodat we gerust weer door
kunnen wandelen.
Heuvels als
"zilversche heide" en "valenberg" bepaalde verloop van de
tocht, evenals de vele bordjes die we tegenkwamen voor de heidezone. Een
vierkant waren we gelopen waarbij we denkbeeldig linksboven bij de twee
lijnpunten de laatste rust hadden voor het eindpunt. Al was die rust op de twee
lijnpunten alleen maar om voor de vierde maal sinds vanochtend elf uur de overige
vier wandelaars te zien achterlopen. Ondanks dat op de website het tempo stond
vermeld was dit ontspannen genoeg om niet geïrriteerd te raken. Na twee minuten
waren de vier wandelaars weer bij ons om het weidse grasveld te aanschouwen en
de schapen in de verte te zien waggelen met hun gezicht naar de mensen. Naarmate
we dichter de schapen naderden viel de grote schaapskooi op waarbinnen het er
warm uitzag met de enorme bergen stro onder de tl-buizen. Best leuk om even
binnen te treden, maar de lange zandweg naar het voetpaadje bij de achtertuinen
lag in het vooruitzicht. Na het kijken van die lieve lammetjes bij hun ouders,
volgden we Paul die volledig op zijn elektronisch apparaat vertrouwde. De
laatste honderd meter keken we aan tegen vierkante grasveldjes met schuurtjes
zo klein als een toilethuisje. Het achterover zakken op de dure bankkussens in
het hotel/restaurant was dan ook een verademing, zeker met een fruitig drankje
op de twee salontafeltjes in het vierkant. De serveerster kwam er al aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten